Een geregisseerd mirakel
Links: De Hemelvaart (Rembrandt van Rijn, 1636)
Vandaag Hemelvaart, dag waarop het christendom de laatste aflevering gedenkt in een mirakelspel van lijden en opstanding. Finaal stijgt Jezus ten hemel, na een periode van visionaire verschijningen waarin hij zijn afscheid aankondigt. Hij was met Pasen al uit de dood verrezen, maar had nog wat zaken te regelen, zoals het stichten van een kerk en het prepareren van een schare kernleden, wat wij vandaag een elite noemen. Dat zou mooie basilieken opleveren, Latijnse missen, vrome koorgezangen, de christendemocratie, naast ketterverbrandingen, inquisitie en het bepotelen van misdienaars.
Zijt gij het Heer?
Maria Magdalena probeert de geaardheid te onderzoeken van de verrezen Jezus (Titiaan, 1514)
Het is een misverstand, te denken dat Messiasfiguren, passieverhalen, verrijzenissen en andere mirakels een monopolie zijn van het Christendom. Ze komen in menig context voor, vooral de politiek en de showbizz, waar ze de ruggengraat vormen van het comeback-gebeuren. Dat kan compleet de mist ingaan, het vereist zorg, ingenieuze regie en, nu ja, goeie marketing. Niet de waarheid telt hier overigens, wel de verschijningen en het geloof, heden perceptie genoemd. Vervang de Bijbel door de media, en we zijn helemaal up-to-date.
Tijdens een maandenlang opgebouwde suspens ‘doe-ie-het-of-doet-ie-het-niet?’ was Conner een top-issue zonder dat er iets van hem te horen of te zien viel. Dat op zich is al een mirakel, of noem het een geslaagde stunt.
Waar ik het vandaag over wil hebben is een moderne, Vlaamse Jezus, die na zijn kruisdood is verrezen en nu klaar is om het Hemelrijk te betreden, terwijl hij de geloofsgemeenschap blijft inspireren met oneliners: Conner Rousseau, ook wel bekend als Kingconnah. Helemaal terug van helemaal weggeweest. Hij verschijnt als een parakleet op de markt van Sint-Niklaas en toont zich aan verbaasde omstaanders, omstuwd door journalisten en cameraploegen. Zijt gij het Heer? Maria Magdalena, alias Debora van de Delhaize, wil er het fijne van weten.
Ja, het is echt, in zoverre dat u erin gelooft: de berouwvolle zondaar die in de woestijn verdwijnt, en dan gelouterd terug opfloept. Alles, elk detail, was in het draaiboek voorzien, november van vorig jaar al, toen ik zijn terugkeer voorspelde, ik heet niet voor niets Johannes. Tijdens een maandenlang opgebouwde suspens ‘doet-ie-het-of-doet-ie-het-niet?’ was Conner een top-issue zonder dat er iets van hem te horen of te zien viel.
Dat op zich is al een mirakel, of noem het een geslaagde stunt: er niet zijn, en toch het nieuws beheersen. Terwijl de vrome Melissa de stoel mocht warm houden en de gelovigen toesprak. En toen de Heer uiteindelijk uit de doden verrees, nam hij nederig een lijstduwersplaats in, teneinde zich door het volk op te troon te laten hijsen.
Polonaise
Steve Stevaert, verre godfather
Net dat, het mengsel van nederigheid en arrogantie, het kenschetst de grote demagoog. Hoe meer hij op de markt van Sint-Niklaas deemoedig zijn ongelijk bekent in de Roma-kwestie, hoe dieper hij door het stof knielt, des te meer schouderklopjes krijgt hij (‘In feite had ge toch gelijk’) en stijgt zijn ster. De baas van het Hemelrijk poetst zijn tapkranen op: nu al staat vast dat op de Nacht van de Verkiezingen het blije volk de Polonaise zal dansen rond de nieuwe Messias, hoeveel stemmen de Satanische kerk van Tom Van Grieken ook zal bijeen vergaren.
Ik heb een vermoeden dat Conner die fora intens bestudeert, als flinkse socialist die weliswaar door partijgenoten af en toe wordt teruggefloten, maar tegelijk de Vlaamse onderbuik kietelt.
Het geregisseerd mirakel doet onweerstaanbaar denken aan Conners grote voorbeeld, Steve Stevaert, die ook de onderbuik van de Vlaming wist te bespelen. Ook een volksmens met de allures van een dictator, dezelfde valse nederigheid en eeuwige smile (‘Het socialisme zal gezellig zijn of niet zijn’). Maar terwijl Steve een paradijs op aarde beloofde, waar alles gratis is, pakt Rousseau het heel anders aan. De ‘zatteklap’ over het Roma-krapuul was misschien wel niet zo spontaan als het voorkwam. Voorheen had de voorzitter, in heel nuchtere toestand, ook al vreemde dingen gezegd voor een linkse politicus, zoals het idee dat sommige mensen het recht moet worden ontzegd om kinderen te krijgen, en de proefballon van een soort cultuurbad voor baby-allochtoontjes.
Daar zit een lijn in, namelijk die van het rechtspopulisme, dat op het lezersforum van HLN weelderig tiert. Toogpraat die steevast begint met ‘Ze zouden moeten…’, of ‘Ik ben geen racist maar…’ Ik heb een vermoeden dat Conner die fora intens bestudeert, als flinkse socialist die weliswaar door partijgenoten af en toe wordt teruggefloten, maar tegelijk de Vlaamse onderbuik kietelt. En daar draait het natuurlijk om, een maand voor de verkiezingen met het Vlaams Belang dat piekt in de peilingen.
Tegen de smartphone
De Afspraak, 6/5 (VRT)
In het Canvas-programma De Afspraak van maandag 6 mei mocht hij nog eens alle registers opentrekken als verrezen goeroe. Met twee mannen off topic die geen kik gaven (Björn Rzoska met zijn boek over zijn foute bompa, en André Vermeulen over het Songfestival) kwam hij nu orakelen dat smartphones de jeugd kapot maken, een ideetje dat hij van de Franse president Macron heeft gepikt. Conner vindt nooit wat uit, hij leest gewoon de krant en vooral de lezersfora.
Het arrogante dédain waarmee Conner Rousseau zijn tafelgenote behandelde, als een figurant in het schilderij, toont het ware gezicht van het politieke wonderkind.
De duivelse smartphone. Weer zo’n ideetje dat eerder op een rechtsconservatief congres zou kunnen gelanceerd worden. Als tegenspeler had de redactie de minzame VB-politica Roosmarijn Beckers uitgenodigd, die een zware kankertherapie achter de rug heeft. Daar maakte Phara de Aguirre geen woord aan vuil. Het moest over Conner en zijn comeback gaan, de nabije hemelvaart naar het parlement en het ministerschap, en de rol die het volk daarin te spelen heeft. Op het juiste knopje duwen.
Roosmarijn had niks in de pap te brokken over ‘ouderlijke verantwoordelijkheid’, ze was als lucht en kwam bijna uitsluitend in profiel in beeld. Een goede beeldregie is het halve werk. Het arrogante dédain waarmee de centraal geposteerde Conner Rousseau zijn tafelgenote behandelde, als een figurant in het schilderij, toont het ware gezicht van het politieke wonderkind. We hebben hier te maken met de potentaat die probeerde censuur uit te oefenen op de berichtgeving van VTM en HLN, en hiervoor door het Hof van Beroep werd teruggefloten. Daarover vroeg Phara niks. Religieuze rituelen en mirakels moeten hun beloop hebben. Ik kijk dan toch liever naar een schilderij van Rembrandt. Of de verkiezingsaffiche van Anna uit Vossem, geen mirakel maar een wonder van de natuur.
Vindt u deze column interessant, leerrijk, controversieel, of hebt u tenminste eens goed kunnen lachen? Dan is een donatie, hoe bescheiden ook, misschien een goed idee.